U bent hier
Een zomerschool in Balen-Olmen

Dit jaar zullen er in Vlaanderen voor de 6e maal op rij zomerscholen ingericht worden. Het is geen geheim dat dit een punt is dat onze fractie nauw aan het hart ligt en bovendien, ere wie ere toekomt, eveneens in het verleden door overige oppositieleden werd aangekaart, met name door Vincent Kolen. Internationaal onderzoek wijst al langer op het belang van zomerscholen. Zo behalen kinderen er leerwinst, krijgen ze meer zelfvertrouwen en groeien hun sociale vaardigheden. Op een zomerschool kan er namelijk sterk gefocust worden op de individuele leernoden van de deelnemende leerlingen. Recent werd er een projectoproep gelanceerd voor deze zomerscholen, waarbij de subsidieaanvraag bij de Vlaamse overheid moet ingediend worden voor 6 juni 2025. Vandaar richten wij als fractie vandaag opnieuw de vraag aan het college: Zullen jullie intekenen op deze projectoproep en zullen de Balense en Olmense scholieren dit jaar een eigen zomerschool krijgen?
Schepen van onderwijs Mien Vanden Broek antwoordt dat het inrichten van een zomerschool een vast agendapunt is geworden in het overleg flankerend onderwijsbeleid. In samenspraak met de directies van de verschillende onderwijsnetten werd ook dit jaar beslist om geen zomerschool te organiseren. De gezamenlijke inschatting is dat de noodzaak hiervoor momenteel niet aanwezig is, aldus de schepen.38/59 De eerste weken van het schooljaar wordt er steeds hard ingezet op herhaling, zodat iedereen mee is en een goede start kan maken. Deze bestaande maatregelen blijken volgens de schepen voldoende doeltreffend om de leerdoelen te behalen. Binnen het reguliere schooljaar worden leerlingen op diverse manieren ondersteund via remediëring, bijlessen en differentiatie in de klas, aldus de schepen. Voorts wordt er binnen de gemeente iedere zomer bewust werk gemaakt van een sterk aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten. Vanuit alle netten werd gesteld dat dankzij een heel breed vrijetijdsaanbod binnen de gemeente (Kiks en Kuren, aanbod jeugdverenigingen,...) tijdens de zomervakanties kinderen de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen in een ontspannen en speelse context, waarbij taalvaardigheid maar ook sociale vaardigheden en welzijn centraal staan, aldus de schepen. Daarnaast vormt het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel voor een zomerschool een grote uitdaging. De beschikbaarheid van leerkrachten en begeleiders in de zomermaanden is eerder beperkt en er moet zeker ook voldoende aandacht zijn voor de draagkracht van de leerkrachten, aldus de schepen. Schepen Mien Vanden Broek stelt dat, net als de voorbije jaren, het standpunt behouden blijft dat in de toekomst enkel zal worden overgegaan tot het inrichten van een zomerschool als hiervoor draagvlak is aan de basis bij de verschillende onderwijsnetten binnen de gemeente. Vanuit geen der onderwijsnetten in Balen wordt momenteel gevraagd naar het organiseren van een zomerschool. Er wordt van uitgegaan dat de betrokken directies weten waar de eventuele noden liggen en hoe deze best aan te pakken, aldus de schepen.
Raadslid Siebe Van Hout blijft overtuigd van het nut van een zomerschool, maar voelt aan dat het misschien een paar jaar zal duren vooraleer het uiteindelijk wordt gerealiseerd. Raadslid Jessica Boven pleit eveneens voor de organisatie van een zomerschool. Het raadslid verwijst naar een steeds stijgende leerachterstand bij een grote groep leerlingen, en vindt het aangewezen via een zomerschool kinderen te laten bijbenen aan een schappelijke prijs. Het raadslid stelt dat vele kinderen nu moeten intekenen op (vaak dure) private initiatieven zoals kiné, logo en bepaalde kampen. Schepen Mien Vanden Broek herhaalt dat het punt jaarlijks terugkomt op het netoverschrijdend onderwijsoverleg, dat er van daaruit momenteel geen meldingen komen omtrent de noodzaak van een zomerschool, dat men van daaruit liever opteert voor inspanningen gedurende een gans jaar i.p.v. een zomerschool van bv 14 dagen waarvan de helft sportmomenten zouden zijn. De schepen sluit de organisatie van een zomerschool evenwel niet uit indien op bepaald moment de noodzaak ervan wordt gesignaleerd vanuit het onderwijsveld. De schepen stelt dat dan wel een goed kader nodig zou zijn, en het niet mag verworden tot een goedkope opvang.